Confuc
12. Even voor de mensen thuis. Wat is een contourennota? openen ▾
18 april 2025
Confucius, wat zou u doen als u geroepen werd om een land te besturen?
De taal goed gebruiken. Als de taal niet goed gebruikt wordt, zeggen de woorden niet wat ze moeten zeggen. Dan blijven de dingen die gedaan moeten worden ongedaan.
De wekelijkse persconferentie van de ministerraad lijkt op een act voor elf journalisten en één premier. De conferentie is daarna te volgen via YouTube en lijkt daardoor ook bedoeld voor een breder publiek. Soms verwijst een journalist ook naar ‘de mensen thuis’. In deze conferentie van veertig minuten gebeurt dit drie keer. En soms is er ook een persoonlijke toets. Bijvoorbeeld dat de premier een griepje achter de rug heeft. Deze keer ging het over de tandarts.
Journalist
U was vanochtend bij de tandarts. Heeft u de ministerraad voorgezeten met kiespijn?
De premier
Nee, er was een stuk van mijn kies af, maar dat kon gelukkig zonder al te veel pijn. En zonder dat mijn mond als gevolg van de verdoving wat slap naar beneden hing kon ik dat prima doen.
Het geeft zo’n persconferentie iets heel menselijks. En de kijker krijgt nog meer bewondering voor het arbeidsethos van de premier. Vraag blijft natuurlijk wel of ‘de mensen thuis’ hier iets aan hebben bij een discussie over de Spreidingswet.
Op basis van de Spreidingswet zijn volgens het COA tot nu toe 75.000 opvangplekken gerealiseerd. Het COA spreekt van een ‘werkbaar perspectief’ . Maar het kabinet is gehouden aan een besluit om deze wet in te trekken. Dat kan uiteraard niet zomaar. Er moet eerst overlegd worden met alle betrokken instanties. Daarvoor is een overlegdocument noodzakelijk, een brief of een notitie die wordt aangeduid als de Contourennota. Gelukkig denkt een journalist aan de mensen thuis.
Journalist
Toch even voor de mensen thuis. Wat is een contourennota?
De premier
Ah, dat is natuurlijk een goede. Dank voor deze vraag. Laat ik het anders formuleren. Het is een brief of een notitie, zo zou je kunnen zeggen, waarin mevrouw Faber beschrijft over hoe ze om wil gaan met de samenhang tussen de taakstellingen, de opvang van statushouders met voorrangsbepalingen en hoe ze wil omgaan met het intrekken van de Spreidingswet, welke gedachten ze daarbij heeft en daarover, dat is een notitie en daarover, die gaat voor consultatie, oftewel, dat betekent dat die naar diverse partijen gaat met het verzoek om daarop te reageren om vervolgens op basis van dat traject dan uiteindelijk te komen tot een samenhangend plan op al deze diverse onderwerpen.
De journalist vindt dit kennelijk te vaag, en vraagt door.
Journalist
Ja, wat betekent dit nu voor al die mensen in gemeenten in Nederland die strijden tegen bijvoorbeeld de komst van een asielzoekerscentrum in hun gemeente? Verandert dit iets voor hen?
De kijker mag nu zelf kiezen hoe het volgende antwoord van 120 woorden kan worden samengevat: a. Er verandert niets. b. Dat weten we nog niet. c. Ik kan daar niet op vooruitlopen.
De premier
Nou, ook goed dat u die vraag stelt. Kijk, voor dit kabinet is het natuurlijk volstrekt helder dat mensen die legaal in Nederland verblijven, dat je daar probeert fatsoenlijke opvang voor te regelen. Dat geldt ook voor asielzoekers die hier nog steeds legaal verblijven. Dus er is behoefte aan azc’s en die behoefte die blijft onverminderd. En dat betekent natuurlijk dat iedereen daartegen kan demonstreren, maar dat die verzoeken nog steeds naar de gemeente gaan om daarvoor te zorgen. Dat overigens de Spreidingswet geldt zo lang die niet is ingetrokken.En dat betekent dat het overleg tussen mevrouw Faber en de gemeente en het COA ook volop plaatsvindt om ervoor te zorgen dat er voldoende opvang is voor de asielzoekers.
Gelukkig blijft de journalist doorvragen namens de mensen in dit land.
Journalist
Waarom duurt het intrekken van de Spreidingswet zo lang? Dat snappen mensen thuis niet meer namelijk.
De premier
Nou, omdat er samenhang is tussen de verschillende onderwerpen en daarom heeft mevrouw Faber besloten eerst daar met een nota of een notitie over te komen.
Wij mensen in dit land begrijpen nu dat alles veel ingewikkelder is dan het lijkt. En wij (dus de mensen in dit land) beginnen ons misschien een beetje zorgen te maken. Zeker nu er ook zware discussies zijn over de Voorjaarsnota.
Journalist
Als mensen zich zorgen maken over dat het kabinet het de komende week niet gaat uithouden en ten val komt vanwege onenigheid. Wat zegt u dan tegen die mensen?
Wij zijn inmiddels voldoende gewend aan dit ritueel vraag-en-antwoordspel om het antwoord te kunnen voorspellen. Of wilt u nog kiezen? a. Wij gaan proberen de puzzel te leggen. b. Ik heb gisteren gehoord dat ook de fractievoorzitters proberen om er uit te komen. c. Het is belangrijk dat alle betrokkenen te komende dagen goed gaan gebruiken. – Alle drie antwoorden zijn goed!
11. Deelt u deze mening? Njahopenen ▾
11 april 2025
Confucius, wat zou u doen als u geroepen werd om een land te besturen?
De taal goed gebruiken. Als de taal niet goed gebruikt wordt, zeggen de woorden niet wat ze moeten zeggen. Dan blijven de dingen die gedaan moeten worden ongedaan.
Schriftelijke Kamervragen. Het afgelopen parlementair jaar werden er elke werkdag wel tien gesteld. Hoeveel kost beantwoording per vraag? Zo’n kleine 4000 euro. Hoe vaak wordt het antwoord gelezen? Dat valt tegen. Ooit heb ik een onderzoek mogen inzien dat ik nu niet meer kan achterhalen. Daaruit bleek dat de Kampioen van de ANWB hoger scoort. Hoe lang duurt beantwoording? Bij de volgende vraag aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat duurde dat bijna twee maanden. De vraag ging over mishandeling in de trein en het uitblijven van actie van het Openbaar Ministerie.
De Kamervraag bestaat uit 11 deelvragen. De eerste deelvraag is een treffende binnenkomer:
1 Bent u bekend met het artikel ‘OM vervolgt niemand na aangifte om mishandeling NS-conducteur’?
Drie keer raden wat het antwoord is. Is er ooit ‘nee’ geantwoord omdat op het ministerie een mediabericht niet bekend was? Nee, dan gaat men dat alsnog lezen. Is er ooit geantwoord dat ambtenaren op hun werk geen kranten mogen lezen? Of dat ambtenaren op Waterstaat die ambtshalve media moeten napluizen op wat-er-staat zich momenteel in een grote media-file bevinden? Het antwoord op de eerste deelvraag luidt ‘Ja’. Gelukkig, kortweg ‘Ja’. Gauw verder.
2 Deelt u de mening dat intimidatie, agressie en geweld onacceptabel zijn en dat hier hard tegen moet worden opgetreden, zodat treinreizigers veilig kunnen reizen en treinpersoneel veilig haar werk kan doen?
Ik zie even af van opmerkelijk taalgebruik: ‘zodat’ voor ‘opdat’ en ‘haar’ bij het ‘treinpersoneel’. Bij een eindexamen Nederlands zijn er docenten die dit fout rekenen. Let ook op de formulering aan het begin van het antwoord:
Ik ben het helemaal eens dat er in het openbaar vervoer geen plek is voor geweld, intimidatie en agressie en dat daar hard tegen moet worden opgetreden.
Tja, als dit het antwoord is, had het ook kortweg ‘Ja’ kunnen luiden. Of wilde de staatssecretaris antwoorden met een chiasme? In de vraag staat ‘intimidatie, agressie en geweld’. Maar het antwoord begint met ‘geweld’. Jammer het chiasme mislukt, want hierna komt eerst ‘intimidatie’. Maar er lijkt voor de oplettende lezer toch iets anders aan de hand. Waarom wordt in het antwoord niet gewoon herhaald dat geweld onacceptabel is? Nu staat er dat er ‘in het openbaar vervoer geen plek is voor geweld’. Betekent dit dat de staatssecretaris van mening is dat er elders wel een plek is voor geweld? Bij voorbeeld in stadions of bij de balies van belastingkantoren? Dat zou echt nieuws zijn. Of wordt gewoon heel concreet bedoeld dat er met al die adembenemende balkons in de zo korte en en daardoor overvolle treinen simpelweg geen plék is voor geweld? Nog negen deelvragen te gaan.
5 Deelt u de mening dat het symbolisch twee minuten stilzetten van de treinen in april 2024 heeft geleid tot meer urgentie?
Op zo’n vraag naar meer urgentie kun je moeilijk ontkennend antwoorden. Let vooral op het telwoord in het antwoord.
Veel partners voelen urgentie om zich extra in te zetten. Zelf heb ik ook aangegeven vaart te willen maken met maatregelen. Ik geloof zeker dat het drie minuten stilzetten van de treinen en de landelijke aandacht voor de uitdagingen bij dit onderwerp hebben geholpen.
Intrigerend. Het antwoord lijkt toch niet helemaal positief. Het gaat niet alleen om die tweeëneenhalve minuut stilte, maar ook om ‘de landelijke aandacht voor de uitdagingen bij dit onderwerp’. Zo’n antwoord roept in elk geval de vraag op naar wat die aandacht dan is en om welke uitdagingen het gaat. Ja, intimidatie is een uitdaging, en agressie ook, en zelfs geweld. Gaat dit antwoord nog een Kamervraag uitlokken? Ach nee, er zijn vast nog tal van andere onderwerpen die rijp zijn voor weer een Kamervraag.
10. Ambtsdrager beantwoordt hartenkreet openen ▾
4 april 2025
Confucius, wat zou u doen als u geroepen werd om een land te besturen?
De taal goed gebruiken. Als de taal niet goed gebruikt wordt, zeggen de woorden niet wat ze moeten zeggen. Dan blijven de dingen die gedaan moeten worden ongedaan.
Een open brief van vier oud-ministers van Buitenlandse Zaken, mede ondertekend door oud-ambassadeurs en diplomaten. Harde kritiek op het Israël-beleid van het kabinet. De situatie is te dramatisch voor partijpolitiek. Oud-buitenlandministers van VVD, CDA, D66 en PvdA reageren op de Israëlische hervatting van bombardementen op Gaza, met de zo desastreuze gevolgen. Het einde van een bestand met Hamas, dat al nauwelijks een bestand kon heten. Hoe reageert de huidige minister van Buitenlandse Zaken?
(1) Ik waardeer de betrokkenheid die in de brief wordt getoond. (2) Ik constateer dat zij als oud-ministers geen contact met mij hebben gezocht. (3) Dus ik denk dat de brief meer een publieke positionering van hen is dan het daadwerkelijk beïnvloeden van het beleid. (4) Maar als zij rechtstreeks met mij contact zouden zoeken, zou ik kunnen uitleggen wat mijn inzet is. (5) Dat is een actieve inzet die ook duidelijk is voor de betrokkenen ter plaatse.
Vijf zinnen. Vijf vragen.
Zin 1
Een eerste zin mag een beetje algemeen zijn. Maar ‘betrokkenheid waarderen’ is toch bijna betuttelend nietszeggend, zeker als het om je voorgangers gaat?
Zin 2
Wat zou er gebeurd zijn als de oud-ministers wel contact hadden gezocht? Had de huidige minister dan iets anders kunnen doen dan het beleid uitleggen, namelijk in gesprek blijven met Israël en Hamas?
Zin 3
De brief is toch bedoeld om in deze vreselijke situatie daadwerkelijk invloed uit te oefenen? Waarom dan de brief afdoen als publieke positionering?
Zin 4
Zie zin 2. De open brief heeft toch als doel om de inzet te intensiveren? Waarom niet ingaan op de onvrede over het huidige beleid?
Zin 5
Een actieve inzet? Inzet is toch per definitie actief? En een inzet die duidelijk is voor betrokkenen? Betekent dat er dan geen ‘stil diplomatiek overleg’ meer mogelijk is?
Natuurlijk, het blijft lastig om te reageren op zo’n open brief. Maar de huidige minister had toch ook voorzichtig kanttekeningen kunnen plaatsen bij de opmerking in de open brief dat Nederland aan de goede kant van de geschiedenis moet gaan staan, of wat daarvoor nodig is. Of, bijvoorbeeld kunnen zeggen dat de vergelijking met de hardere opstelling in de Oekraïne-oorlog niet opgaat.
De reactie in deze vijf zinnen ademt zo’n algemene sfeer van voorzichtig politiek reageren. De open brief had een ziel van ontzetting, van wanhoop, van persónen met ervaring in buitenlandpolitiek. Het antwoord is geen persoonlijke tekst, met bijvoorbeeld een verwijzing naar de verschrikkingen, door beide partijen veroorzaakt, of een uitnodiging voor een nader gesprek. Geen Persoonlijke Tekst? GPT! Plotseling ontkom ik niet aan de vraag of het antwoord misschien gegenereerd is door ChatGPT.
9. Dat vroeg ik niet – Dit is mijn antwoord openen ▾
21 maart 2025
Confucius, wat zou u doen als u geroepen werd om een land te besturen?
De taal goed gebruiken. Als de taal niet goed gebruikt wordt, zeggen de woorden niet wat ze moeten zeggen. Dan blijven de dingen die gedaan moeten worden ongedaan.
Het krokusreces gebruikt om na te denken over schijntransparantie. Wat heeft een analyse van een persconferentie voor zin wanneer er een toneelstukje wordt opgevoerd? Journalisten weten vaak al van te voren welke vragen zij kunnen stellen, en de antwoorden staan ook al vast. Als een journalist dan toch doorvraagt, moet de premier wel antwoorden, maar kan hij eigenlijk niets zeggen. Misschien is het maar goed dat er zo weinig mensen kijken naar de wekelijke persconferentie. Ik hoop dat u wel even blijft lézen.
De premier had in de Kamer een toezegging gedaan over 3,5 miljard aan Oekraïne. Maar een dag later kwam er voor de camera’s kritisch commentaar van twee van zijn vicepremiers. Daar moest in het eerstvolgende kabinetsberaad nog eens stevig over worden gesproken! Uiteraard stelt een journalist hier vragen over.
Journalist
We hebben nu de afgelopen 24 uur gezien dat er twee coalitiepartijen ontevreden zijn, dat de leden van uw kabinet voorafgaand aan ministerraad zeggen dat ze een stevig gesprek met u moeten voeren over hoe dat is gegaan, met die toezegging van 3,5 miljard.
Premier
De 3,5 miljard staat.
Journalist
Die staat gewoon en iedereen is daarmee akkoord? En heeft u Geert Wilders erover nog gesproken daarna?
Premier
Ik spreek met alle fractievoorzitters met enige regelmaat en ik doe er nooit mededelingen over wanneer ik dat wel of niet doe.
Journalist
Maar als u ze zo vaak spreekt, had u ze dan niet beter even van tevoren kunnen spreken over die 3,5 miljard? Dan was al dit gedoe te voorkomen geweest.
Premier
Ja, u blijft daar naar vragen.
Journalist
Omdat ik steeds geen antwoord krijg.
Premier
Ja, dat klopt, omdat ik elke keer het belang wil benadrukken van onverminderde steun aan Oekraïne.
Journalist
Ik mag toch wel vragen waarom er in het kabinet onduidelijkheid over ontstaat en waarom die onduidelijkheid dan vervolgens naar buiten komt. En dan is de vraag: gaat u nou iets anders doen dan wat we de afgelopen weken hebben gezien?
Premier
U mag alles vragen.
Journalist
U geeft alleen geen antwoorden.
Premier
Ik wil niet zeggen dat ik geen antwoorden geef. Alleen, u kent allemaal het adagium: u mag alles vragen, maar ik ga over mijn eigen antwoorden.
Na deze ‘staattaal’ heb ik mijn krokusreces verlengd, en ben ik eerst Don Quichot gaan lezen over een ridder die tegen windmolens vecht. Maar vecht ik wel tegen windmolens (in taalmist)? Nee, ik pleit voor een echte persconferentie waar de betrokken burger meer hoort dan de eeuwige journalistieke pogingen de premier uit zijn tent te lokken. En waarin een burger meer ziet dan een premier die zich krampachtig aan een vooraf bepaald antwoord houdt. – Wordt vervolgd?
8. Een gaatje krabben voor een draadje in het kartonopenen ▾
28 februari 2025
Confucius, wat zou u doen als u geroepen werd om een land te besturen?
De taal goed gebruiken. Als de taal niet goed gebruikt wordt, zeggen de woorden niet wat ze moeten zeggen. Dan blijven de dingen die gedaan moeten worden ongedaan.
Het kabinet heeft een voorstel voor asielwetgeving naar de Raad van State gestuurd. Het oordeel pakte niet gunstig uit. Het voorstel zou leiden tot zware werkdruk bij de immigratiedienst, en het zou leiden tot hogere kosten en veel rechtszaken. Bovendien is het voor twee soorten vluchtelingen moeilijk uitvoerbaar. Maar de minister die over dit onderwerp gaat, zei daarop voor de camera dat ze niets aan het voorstel ging veranderen. En de fractieleider van de grootste regeringspartij deelde mee dat als er iets veranderd zou worden dat dan eerst de kiezer moet spreken. In ronde woorden betekent dit: ‘Als er iets veranderd wordt, dan blaas ik de boel op.’ De premier begon met mededelingen over het stikstofbeleid en de ‘proactieve dienstverlening’ van de overheid en uiteraard over de oorlog in Oekraïne. Maar de journalisten willen weten of het kabinet gaat vallen (en denken dan ook dat zij dit als eersten zullen horen op de wekelijkse persconferentie).
Journalist
Even over het advies van de Raad van State over de asielwetgeving. Als deze reacties worden gegeven, dan kun je als kabinet toch helemaal niks.
Premier
In het kabinet hebben we afspraken gemaakt dat we ordentelijk met het advies van de Raad van State omgaan. Dat betekent dat er ook gewoon een nader rapport komt, dat er natuurlijk wordt gekeken naar de memorie van toelichting. Er zitten ook veel zorgpunten in relatie tot bijvoorbeeld het migratiepact of bijvoorbeeld tot de uitvoering. Dat mondt uit in een voorstel dat we op 7 maart zullen behandelen.
Er komen wel twintig vragen: Waarom pas 7 maart? Waarom zegt mevrouw Faber dat ze niets wil veranderen? Er kan toch wel iets veranderen in de uitvoeringspraktijk? Enz., enz. En steeds komt ongeveer hetzelfde antwoord.
Premier
De kabinetslijn is: het advies zorgvuldig bestuderen, en 7 maart verder in de ministerraad.
Maar de journalisten weten van geen ophouden: het dreigement van Wilders, de voorbarige reactie van mevrouw Faber, enz. Toch kan het antwoord van de premier weer als volgt worden samengevat:
Premier
De kabinetslijn is: het advies zorgvuldig bestuderen, en 7 maart verder in de ministerraad.
Nog houden de journalisten niet op. En pas dan verliest de premier zijn geduld. Hij probeert het te verbergen, maar je kunt het toch zien aan de merkwaardige beeldspraak over het openkrabben van een gaatje in het karton waarachter dan een draadje zou zitten:
Premier
U probeert elke keer bij mij te krabben om ergens een gaatje in het karton te forceren waardoor er een draad is waaraan getrokken kan worden. Maar ik blijf herhalen dat we grip op migratie willen krijgen in een snelle en zorgvuldige procedure, en dat we op 7 maart in de ministerraad alle facetten ongetwijfeld uitvoerig met elkaar zullen bespreken.
En toen kwam deze journalistieke reactie.
Journalist
Het is niet echt krabben aan een draadje of wat dan ook. Er is iemand, de leider van de grootste partij, die heeft gedreigd dat hij het kabinet laat vallen. Ik denk ook dat het in het landsbelang is om daar toch wel goede vragen over te kunnen stellen. En er zijn nu ook mensen thuis die zich gewoon afvragen van: gaat het kabinet nou vallen over deze wet? Dus vandaar de vraag: kan de wettekst nog worden aangepast of is dat het einde van het kabinet?
Landsbelang? Dat zou ik als premier niet over mijn kant laten gaan. Ook een premier dient het landsbelang. Goede vragen? Daar valt over te twisten. Wat moet een premier antwoorden op de vraag: ‘Gaat uw kabinet vallen?’ Hij kan zelfs niet zeggen: ‘Daar ga ik niet op antwoorden.’ Want dan denkt iedereen dat de premier denkt dat het gaat gebeuren. Hij kan inderdaad alleen maar dit zeggen:
Premier
We gaan 7 maart in de ministerraad de discussie afronden. En tot die tijd zeg ik inhoudelijk helemaal niets over de asielwetten en zult u, als het goed is, weinig ministers of staatssecretarissen vinden die bereid zijn er iets over te zeggen.
Zo zijn we een half uur getuige geweest van journalisten die graag een gaatje in karton krabben om te kijken of daarachter een draadje zit waaraan ze kunnen trekken. En het nut hiervan?
7. De schreeuw en het appjeopenen ▾
21 februari 2025
Confucius, wat zou u doen als u geroepen werd om een land te besturen?
De taal goed gebruiken. Als de taal niet goed gebruikt wordt, zeggen de woorden niet wat ze moeten zeggen. Dan blijven de dingen die gedaan moeten worden ongedaan.
Wat voorafging. In Nederland zijn op dit moment meer delinquenten dan cellen en cipiers. PVV-staatssecretaris Coenradie lanceerde daarom het plan om gevangenen twee weken eerder naar huis te sturen. De PVV-leider reageerde direct via het Musk-medium: ‘No way!’ Daarop trok Coenradie haar voorstel in. Maar er gebeurde nog meer. Er zou door een briesende Wilders met deuren geslagen zijn en zelfs met ontslag zijn gedreigd als Coenradie geen ander voorstel wilde verzinnen. En … er zou zelfs een schreeuw zijn gehoord!
Op de persconferentie begint de premier met een mededeling over de intensivering van de samenwerking met het Verenigd Koninkrijk en gaat hij in op de zo belangrijke Actieagenda Integratie. Maar de journalisten vinden de schreeuw interessanter. En de journalisten bepalen wat wij als luisteraars graag willen weten.
Journalist
Wilders zou geschreeuwd hebben tegen Conradie. Wat vindt u daarvan?
De premier zegt niet: ‘Wat jammer dat u niet ingaat op mijn punten.’ Hij denkt misschien ook dat de mensen in dit land graag iets willen horen over zo’n ruzie, of durft zich niet te verzetten tegen deze opvatting over journalistiek. Maar waarom zegt hij niet direct: ‘Ik ga niet in op geruchten over een partijinterne ruzie, en spreek met u verder wanneer er een voorstel ligt om het cellentekort op te lossen.’? Dat lukt helaas niet direct.
Premier
Nee, maar dat zijn allemaal speculaties die ik misschien wel of niet gelezen heb. Maar daar ga ik allemaal niet op in.
Journalist
Maar ik kan me voorstellen, dat schreeuwen, dat u dat sowieso geen goed idee vindt?
Premier
In zijn algemeenheid helpt het enorm als we met enig respect met elkaar omgaan. Maar nogmaals, ik was er niet bij. Dus ik ga er ook helemaal niets over zeggen.
De premier noemt de berichten over de schreeuw speculaties, en laat – merkwaardigerwijs – in het midden of hij de speculaties gelezen heeft. Ook het ‘nogmaals’ is opmerkelijk. Want de premier heeft dit nog niet eerder gezegd. Maar het meest opmerkelijk is de argumentatie: ik ga er niets over zeggen want ik was er niet bij. Dus bij een volgende ruzie waar hij wél bij is ..?
Journalisten zijn kennelijk erg bezorgd om de persoonlijke verhoudingen, want de ondervraging gaart verder.
Journalist
Meneer Schoof, heeft u contact gezocht met mevrouw Coenradie?
Premier
Ja.
Waarom zegt de premier niet dat hij niet ingaat op de contacten binnen zijn kabinet, en dat hij graag antwoord wil geven op vragen over kabinetsplannen? Nu kan hij niet anders dan verder de fuik in zwemmen.
Journalist
En?
Premier
Nou, vooral gezegd dat ik alle vertrouwen in haar heb. Dat leek me het juiste om te doen.
En nog is het niet genoeg. We gaan weer terug naar berichten in de media.
Journalist
Dus u gelooft ook wel wat er in de media stond?
Premier
Nou ja, ik lees in ieder geval die berichten. Die moet zij ook gelezen hebben. Dan kan je er minimaal niet vrolijk van worden als dat over je in de krant wordt geschreven. En daarom heb ik even contact met haar gezocht en gemeld dat wat mij betreft er alle vertrouwen is. En dat ik hoop dat ze snel met een plan komt richting de ministerraad.
Daarna blijft de journalist doorvragen over hoe dat gesprek verliep, met maar liefst vier vragen en antwoorden, waarna de journalist concludeert:
Journalist
Oké, u belt uw staatssecretaris op naar aanleiding van berichtgeving. En u zegt een beetje sec: ik wil even zeggen dat ik alle vertrouwen in je heb. Zonder dat je vervolgens het gesprek aangaat: wat is daar gebeurd?
Premier
Nee, maar het was echt heel kort. Het was overigens een app-contact om heel precies te zijn. Dus het was echt een heel kort contact.
Verbazing onder de journalisten. Het ging alleen om een appje?! De premier probeert er nog wat van te maken door te zeggen dat die ook hartverwarmend kunnen zijn. We komen nu dicht bij een bepaald genre talkshow.
Gelukkig komt dan eindelijk na nog veel heen en weer gepraat toch een verrassend stevig antwoord van de premier. Dit had al het antwoord kunnen zijn op de openingsvraag van de journalist. (Wat vindt u van de schreeuw van Wilders?)
Premier
Deze mediaberichtgeving draagt niet bij aan een klimaat waarin je met elkaar bezig bent om problemen op te lossen. En elkaar af en toe ook wat gunt. Tegelijkertijd, ik ga niet over interne partijdynamieken in partijen. Ik ga wél over mijn kabinet.
6. Het spel van vraag en antwoordopenen ▾
14 februari 2025
Confucius, wat zou u doen als u geroepen werd om een land te besturen?
De taal goed gebruiken. Als de taal niet goed gebruikt wordt, zeggen de woorden niet wat ze moeten zeggen. Dan blijven de dingen die gedaan moeten worden ongedaan.
De vicepremier vervangt de premier. Zij begint met mededelingen over de nieuwe ministeriële commissie Economie en Natuurherstel, zeg maar de nieuwe Stikstofcommissie, om nu eindelijk ‘Nederland van het slot te halen’. Daarna volgt een mededeling over het tijdspad naar de Voorjaarsnota, met de mooie beeldspraak: “De rails zijn gelegd, de eindbestemming is bereikt en vandaag hebben we de trein op gang gebracht.” Tot slot volgt nog een opmerking over de diefstal in het Drents Museum en lof voor de politie die zo snel al drie verdachten heeft opgepakt.
Maar in de media is iets anders aan de hand. In het Belastingplan-2025 staat een maatregel om de btw op sport, cultuur, media en boeken te verhogen, van 9 naar 21 procent. Deze maatregel krijgt echter onvoldoende steun in de Kamer. Daarom moet het kabinet op zoek naar andere financiering voor overheidsinkomsten. Het gaat om een bedrag van 1,3 miljard op een totaal van ongeveer 425 miljard. Dat zou dan bijvoorbeeld btw op openbaar vervoer kunnen zijn of op geneesmiddelen. Maar nu is er een voorstel uitgelekt voor een algehele btw-verhoging, van 21 naar 21,4 procent, waardoor de prijzen in de supermarkt nog hoger worden. Via X en andere media nemen de coalitiepartijen daar direct één voor één afstand van. Dat heeft in Den Haag gezorgd voor veel verbazing. Een goede journalist stelt hier uiteraard een vraag over.
Journalist
Was die verbazing er ook in de ministerraad?
Welk antwoord zou u geven? Met het antwoord ‘ja’, neemt het kabinet afstand van de coalitiepartijen. Met het antwoord ‘nee’ vindt het kabinet het kennelijk normaal dat er via de media alvast een schot voor de boeg gegeven wordt, waardoor de Kamer minder invloed krijgt. En het antwoord dat hierover geen mededeling kan worden gedaan, wekt de suggestie dat er wel degelijk iets aan de hand is. Hier het antwoord van de vicepremier:
Vicepremier
Nou, ik heb van mijn collega Keijzer geleerd dat lekken echt heel veel voorkomt in Den Haag. En dat het ook van alle jaren is en van alle tijden. Maar het is wel pijnlijk voor de betrokkenen. Of het dit onderwerp nou is of een ander onderwerp. Je bent ergens mee bezig. Het is niet voldragen. Het ligt zomaar op staat. En er is een heleboel kwaad geschied zonder dat het eigenlijk nog voldragen was. Dus dat is wel eens lastig.
De vraag over verbazing wordt subtiel ter zijde geschoven. In plaats daarvan komt er een korte beschouwing over het lekken van informatie, met een verwijzing naar een coalitiegenoot en een invoelende opmerking dat het zo pijnlijk is voor betrokkenen. Een sublieme gespreks-move! De toon is niet bitter of beschuldigend, maar nuchter en zonder drama: Er wordt veel gelekt en het is ‘wel eens lastig’. Tegelijk horen we ook een oordeel over het voorstel, ‘niet voldragen’. Dus, is het eigenlijk een mediastormpje in een glas water bij het spreekgestoelte van een vicepremier. In zo weinig woorden zoveel zeggen, dat is klasse!
Maar journalisten vragen door. Hoe moet het nu verder? Is die algehele btw-verhoging nu echt van tafel? Hier het slot van de persconferentie.
Journalist
Ik vond het sowieso een onhandig voorstel van de staatssecretaris die toch in de campagne met zijn partij, en het regeerakkoord staat er ook bol van, de mond vol had van bestaanszekerheid, om dan te komen met een algehele btw-verhoging.
Vicepremier
Nou, dat plan wordt dus niet gesteund. Dus het is ook geen optie.
De journalist begint met een oordeel over het voorstel, maar voordat er een vraag kan komen, interrumpeert de vicepremier met de opmerking dat zo’n oordeel niet meer relevant is omdat het plan geen steun krijgt. Zo hoeft er niet meer gesproken te worden over het voorstel zelf. Daarna volgt nog een concluderende met een constructief antwoord:
Journalist
Kortom: dit gaat niet gebeuren?
Vicepremier
Ik ga ervanuit van niet. Ik denk dat je gewoon naar iets anders gaat zoeken in plaats van dit conflict op te gaan zoeken. Ik denk dat we dat gewoon moeten vermijden.
Dank jullie wel.
Toch wel spannend, zo’n vraag-antwoordspel. En dan te bedenken dat er snel een nieuw voorstel moet komen omdat anders het Belastingplan-2025 gewoon doorgaat, met de btw-verhoging op sport, cultuur, media en boeken.
5. Was het verstandig? Antwoord …openen ▾
7 februari 2025
Confucius, wat zou u doen als u geroepen werd om een land te besturen?
De taal goed gebruiken. Als de taal niet goed gebruikt wordt, zeggen de woorden niet wat ze moeten zeggen. Dan blijven de dingen die gedaan moeten worden ongedaan.
Weer gaat het op de wekelijkse persconferentie over stikstof. Een journalist vraagt om een reactie op de uitspraak van de Raad van State. Dat rapport vat hij als volgt samen: dit kabinet heeft de maatregelen van het vorige kabinet afgeschaft en er niets voor in de plaats gesteld. De premier kan dit natuurlijk niet laten passeren, en verwijst naar het hoofdlijnenakkoord uit de formatie, en legt uit dat er daarna wel degelijk een aantal trajecten zijn aangegeven waarop dit kabinet het stikstofprobleem wil aanpakken. Bovendien is er nu een brede ministeriële commissie ingesteld (klinkt daadkrachtig). De premier besluit met enkele woorden over een stevig probleem dat een oplossing verdient. En dan stelt een journalist een uit-de-tent-lok-vraag:
Journalist
Is het wel zo verstandig geweest om het pad dat het vorige kabinet is ingegaan in de formatie er uit te gooien?
Let even niet op de kromme beeldspraak dat je een pad waar je bent ingegaan, eruit kunt gooien. De journalist vraagt of het wel zo verstandig was wat het kabinet tot nu toe heeft gedaan. Als iemand mij vraagt of het wel zo verstandig is geweest wat ik gedaan heb, dan weet ik dat die persoon het onverstandig vindt. De minister-president had deze vraag gemakkelijk kunnen pareren door te zeggen: “Ik meen te horen dat u iets onverstandig vindt, maar het gaat op deze persconferentie volgens mij niet om meningen van journalisten, maar om toelichting op kabinetsplannen. Graag beantwoord ik daar vragen over.” Helaas, in plaats daarvan gaat de premier mee in dit opvoedkundig gesprek van de journalist.
De minister-president
Nee maar dat is een bewuste keuze geweest, eerst in het hoofdlijnenakkoord.
Eigenlijk moet je hier de intonatie horen. Het antwoord begint met ‘Nee’, zo lijkt het alsof de premier bedoelt dat het inderdaad onverstandig was: ‘Nee, maar’. Toch volgt er geen rust na ‘Nee’. Je hoort niet ‘Nee, maar’. Je hoort ‘Nee maar’. Een soort uitroep dat hij er ook niets aan kan doen. De premier is immers uitvoerder van het hoofdlijnenakkoord. De journalist wil toch nieuws, en herhaalt de vraag:
Journalist
Ja, maar is het verstandig? Dat het een keuze is geweest hebben we allemaal gezien.
De premier had kunnen zeggen: “Ja, verstandig gelet op de discussies in de kabinetsformatie, maar toen was het stikstofprobleem in deze omvang nog niet aan de orde.” Maar in plaats daarvan herhaalt hij eerdere opmerkingen in een omslachtig antwoord waarvan hier alleen twee zinnen worden weergegeven.
De minister-president
Nee maar kijk, we hebben, ik begin even opnieuw zou ik bijna zeggen, we weten dat we een groot probleem hebben in de stikstof. (…) We moeten ons opnieuw beraden over onze aanpak. (…)
De journalist ontpopt zich nu echt als opvoeder, en bouwt een leermoment in. Hij laat zijn pupil niet wegkomen zonder hem gelegenheid te geven zijn fout zelf te ontdekken.
De journalist
Al doende leert men en regeren is vooruitzien en soms ook even terugblikken om wat van het verleden te leren. Dus als ik u vraag, was het verstandig om af te wijken dat het vorige kabinet is ingeslagen? Dan zegt u?
Wat zou u antwoorden? 1. Ja, kijk naar de verkiezingsuitslag; 2. Nee, want we hadden kunnen weten dat de rechter ons zou terug zou fluiten; 3. Hou eens op te zeuren over ‘verstandig’! Complimenten voor de minister-president. Hij kiest voor een nette variant van optie 3.
De minister-president
Dan kijk ik nu naar voren en dan zeg ik, ik heb een ministeriële commissie met alle spelers aan boord. (…)
Hou eens op te zeuren. Maar dat gebeurt niet. Was het antwoord te netjes? Twee minuten later stelt een andere journalist dezelfde vraag!
Andere journalist
Dit kabinet heeft in het stikstofdossier een stap terug gedaan. Is dat een verstandige keuze geweest?
De minister-president
Dat was de keuze van ook dit kabinet om dat te doen. (…)
De premier antwoordt nogmaals! Wat een geduld. Nou ja, is dit een antwoord? Hij reageert alleen op de niet-gestelde vraag of het een keuze is geweest, niet of het een verstándige keuze was. Daarna gaat de conferentie verder over – alweer – de urgentie van het stikstofprobleem. Let vooral op de uitleg van het woordje ‘urgent’.
De minister-president
Ja, dit is een urgent probleem. (…) En als het urgent is, heb je ook haast.
4. De stikstofproblematiek begint én eindigt met urgentieopenen ▾
31 januari 2025
Confucius, wat zou u doen als u geroepen werd om een land te besturen?
De taal goed gebruiken. Als de taal niet goed gebruikt wordt, zeggen de woorden niet wat ze moeten zeggen. Dan blijven de dingen die gedaan moeten worden ongedaan.
Aan de orde is het stikstofdossier. Er ligt een uitspraak van de Raad van State: intern salderen is niet meer mogelijk. Als een boerin ‘stikstofruimte’ heeft voor twee stallen en zij gebruikt er maar één, dan mocht ze de overgebleven ruimte gebruiken om bijvoorbeeld een oude, energievretende installatie te moderniseren. Vanaf nu is dat verboden. Hoe reageert het kabinet?
De Minister-president
Nederland heeft al meer dan vijf jaar te maken met een stikstofprobleem. Urgentie was er dus al, maar door de recente uitspraak van de Raad van State is het probleem wel weer groter geworden. Het maakt het des te belangrijker dat we snel stappen zetten. Op tal van terreinen, waaronder de industrie, de woningbouw, defensie, landbouw, maar ook het overige bedrijfsleven, grijpt deze uitspraak diep in. Daarom hebben we vandaag besloten dat er een breed samengestelde ministeriële commissie moet komen. Met deze commissie gaan we de komende tijd hard aan de slag om te komen tot oplossingen. Want duidelijk is dat er echt geen tijd te verliezen is. We moeten voorkomen dat Nederland vastloopt.
Als ik die boerin was dan zou ik over die meer dan vijf jaar durende stikstofproblematiek in elk geval vijf vragen hebben:
- 1. Iedereen zag tot aankomen dat het probleem steeds groter werd! Moet ik dan misschien stikstofvrije struisvogels gaan houden om de politiek van dit kabinet te symboliseren?
- 2. Wat betekent ‘snel stappen zetten’? Denkt u aan het voorjaar, of wilt u eerst naar Brussel en duurt het tot het najaar?
- 3. Een commissie, ja dat zal wel nodig zijn. Maar dat is toch vaak de beste manier om de vaart eruit te halen? En als die breed is samengesteld, dan komt er toch ook vaak een wat vaag antwoord?
- 4. Als het urgent is, dan is het toch logisch dat een commissie hard aan de slag gaat. Waarom zegt u dit dan erbij? Bent u bang dat dat niet gebeurt?
- 5. Duidelijk is dat er geen tijd te verliezen is. Ja, dat zie ik ook. Maar wat bedoelt u daarmee? Welke rampen komen dan op ons af?
De boerin zat niet in de perszaal. Wel onze parlementaire journalisten. Dit was de eerste vraag:
Journalist
Even over stikstof. U was onlangs bij de Woontop. Daar wilde waarschijnlijk elke deelnemer bouwen, bouwen, bouwen. Maar dat kan nu waarschijnlijk niet meer. Wat zegt u tegen hen om hen gerust te stellen?
Hoe komt een journalist erbij om over dit enorme probleem alleen te praten in termen van geruststellen? En waarom zegt onze premier niet, dat het hier niet om geruststellen kan gaan? In plaats daarvan haalt hij alles uit de kast in een betoog van net één woordje minder dan onze verhoogde maximumsnelheid. Je kunt wel alles uit de kast halen, maar als die kast leeg lijkt?
De minister-president
Dat we echt alles op alles zullen zetten om te zorgen dat we dit probleem gaan oplossen. We hebben eind december, op de laatste vergadering van de ministerraad, ook al gesproken over de uitspraak van de Raad van State. We hebben gezegd dat we snel met de impactanalyse moeten komen. We hebben eerder deze week een bewindsliedenoverleg gehad, ook onder mijn voorzitterschap, met diverse bewindslieden. Vandaag besloten we die ministeriële commissie te doen. En dan snap ik heel goed, commissies lossen geen vraagstukken op, maar ze helpen wel om breed met elkaar te zorgen dat we dit vraagstuk aanpakken. En daarom hebben we ook tegen elkaar gezegd dat we alle opties onder ogen moeten zien om te kijken hoe we kunnen voorkomen dat Nederland op slot raakt.
Het wordt tijd voor een andere journalist die zout meegenomen heeft om wonden te verzorgen. Hij stelt een vraag die impliciet de status van X bevestigt als digitale vergaderzaal van de Tweede Kamer.
Journalist
Ik las op X dat de PVV vindt dat we moeten kappen met de doorgeslagen stikstofregels. U weet ook dat NSC en de VVD juist aan de andere kant van het politieke spectrum zitten op dit dossier. Hoe gaat u hen op één lijn brengen?
Waarom zegt de premier niet: ‘Met X heb ik niks’? Nee, in plaats daarvan dweilt hij zich verbaal in een hoek, waarna de journalist hem nog verder tegen de plint prikt.
De minister-president
Nou, door te zorgen dat we als kabinet met goede voorstellen komen om hier echt doorbraken te forceren. En goed te kijken wat de impact is van die uitspraak van die Raad van State. Dat we iets moeten doen, dat staat vast, want anders komt Nederland op slot.
Journalist
Vindt u de stikstofregels ook doorgeslagen?
De minister-president
Nou, dat zijn allemaal zaken waar we naar moeten kijken. In ieder geval is de huidige regelgeving, die ervoor zorgt dat als we niet uitkijken, ook door de recente uitspraak van de Raad van State, dat we niet meer kunnen bouwen, niet meer aan de slag kunnen, bijvoorbeeld voor defensieterreinen.
Nu wordt het tijd voor een compliment. Dit is echt een gevat politiek antwoord op de vraag of de premier ook vindt dat de stikstofregels te ver zijn doorgeslagen. Als de premier ‘ja’ of ‘nee’ had gezegd, dan had hij al politiek stelling genomen, en dan valt hij uit zijn rol. Helaas stond er geen journalist op om te zeggen dat door de woorden toch iets heen schemert van ‘ja, te ver doorgeslagen’. Dan had de premier kunnen antwoorden met: ‘Dat hebt u mij niet horen zeggen.’ Er komen nog wat vage vragen met bijpassende antwoorden. Daarna wordt dit belangrijkste onderdeel van deze persconferentie besloten met woorden die we ook aan het begin hebben gehoord, woorden over urgentie.
De minister-president
Dus we hebben hier echt even tijd voor nodig, maar de urgentie, die is hoog.
3. ‘Nou ja, kijk, je denkt altijd na tijdens de kerst. Dat is onvermijdelijk’openen ▾
24 januari 2025
Confucius, wat zou u doen als u geroepen werd om een land te besturen?
De taal goed gebruiken. Als de taal niet goed gebruikt wordt, zeggen de woorden niet wat ze moeten zeggen. Dan blijven de dingen die gedaan moeten worden ongedaan.
De eerste persconferentie in het nieuwe jaar. De eerste zinnen van de minister-president lijken weinig nieuws te bevatten. “Voor 2025 is er veel besluitvorming en uitvoering voorzien.” Dit stond ook al in de troonrede. “Wij willen dit jaar leveren door plannen die we hebben gemaakt uit te voeren.” Tja, als het bij plannen zou blijven … Dan komt er een mededeling over de Voorjaarsnota.
De minister-president
De Voorjaarsnota, dat wordt een ingewikkelde puzzel om te leggen. Een ordentelijk besluitvormingsproces is behulpzaam om dit in goede banen te leiden. Daarom zullen de minister van Financiën en ik in de komende periode hierover verschillende gesprekken voeren in de aanloop naar de besluitvorming in het kabinet dit voorjaar.
Hé, waarom wordt dit nu al meegedeeld? Zouden er problemen zijn? Een journalist vraagt waarom gesprekken nu al nodig zijn, en krijgt een antwoord waarin je alleen maar kunt stroopzwemmen.
De minister-president
Ik zei al, het vereist een ordentelijk proces, iedereen die een beetje de media heeft gevolgd de afgelopen periode, weet dat dat een ingewikkeld proces gaat worden omdat er veel financiële zaken op ons afkomen. Dat vereist zowel in het kabinet goede besluitvorming, als ook, met natuurlijk in relatie tot de Kamer, goede besluitvorming, ook met de fractievoorzitters van de dragende partijen. En daarom dat ik het ook specifiek noem zodat we in het kabinet tot de besluitvorming kunnen komen. Want laat dat duidelijk zijn: het is wel een zaak van het kabinet.
Gelukkig vraagt de journalist door:
Journalist
Is dan de conclusie dat de besluitvorming het afgelopen half jaar rond financiële onderwerpen meer weghad van een puinhoop dan van een ordentelijk proces?
De minister-president
Dat zijn uw woorden. Ik heb het over hoe ik de Voorjaarsnota wil doen, dat wil ik in een ordentelijk proces doen.
Zo jammer! De journalist vraagt niet door, maar druipt af met een vraag over de kerstperiode.
De journalist
Is deze aanvliegroute een uitkomst van uw bezinningsmomenten tijdens de kerstdagen? Want u ging tijdens de kerstdagen nadenken wat er nou het afgelopen half jaar allemaal was gebeurd.
Minister-president
Nee, nou ja, kijk, je denkt altijd na tijdens de kerst. Dat is onvermijdelijk.
Waarom zo’n persoonlijke vraag naar bezinningsmomenten? Een persconferentie is geen huiskamergesprek. En waarom daarop antwoorden, als het antwoord eigenlijk luidt: ‘ik-wil-geen antwoord-geven’? Gelukkig hoorden we later in de persconferentie wel iets over een concreet onderwerp, de inflatie.
De journalist
De inflatie in de maand december is 3,1 procent. Hoe gaat u dat aanpakken?
Wat een vraag! Begin januari werd dat cijfer bekend. Twee weken later moet er een plan liggen? Het antwoord kan kennelijk niet zijn dat het kabinet dit nog niet weet. Dus volgen er woorden, veel woorden. Om precies te zijn 292 woorden. Hier het begin en het einde, met enkele tekstflarden ertussen:
De minister-president
Nou, laat ik in eerste plaats zeggen dat de inflatie is zorgelijk hoog. (…) dat we het gewoon zien (…) de vinger naar de pols houden (…) de grootste zorg (…) omdat de winkelwagentjes steeds meer duurder worden (…) Iedereen verzekert mij ervan dat we niet in een loonprijsspiraal zitten.
Zo moeilijk om de draad vast te houden. Wat is het verschil tussen een politicus en een trolleybus? Een trolleybus stopt als die de draad kwijt is. Nu valt de journalist uit zijn rol:
Journalist
Mag ik u twee suggesties doen om de inflatie aan te pakken? Beperk de huurstijging en geef subsidie op energie.
Waarom komt de journalist met eigen suggesties? Daar hebben we parlementariërs voor. Een journalist moet toch vragen stellen over voorstellen die al in discussie zijn? De minister-president had direct een tegenvraag kunnen stellen over de kosten van deze maatregelen. Maar hij geeft een antwoord dat past bij welke suggesties dan ook.
De minister-president
Ik neem ze nu even mee.
En wat nemen wij als luisteraar hieruit mee? Niet alleen geld is aan inflatie onderhevig, ook persconferenties.
2. Niet uit mijn naamopenen ▾
17 januari 2025
Confucius, wat zou u doen als u geroepen werd om een land te besturen?
De taal goed gebruiken. Als de taal niet goed gebruikt wordt, zeggen de woorden niet wat ze moeten zeggen. Dan blijven de dingen die gedaan moeten worden ongedaan.
Journalist
Oxfam Novib is een actie gestart,‘Niet uit mijn naam’. Het doel van de actie is eigenlijk het stilzwijgen van de Nederlandse regering te doorbreken over de vernietiging van een volk in Gaza door Israël. Wat vindt u van die actie?
De minister-president
Het kabinet hecht aan de veiligheid en het bestaansrecht van Israël. We willen meer humanitaire hulp in Gaza en we willen de-escalatie. Dat zal mijn reactie blijven, nu ook naar aanleiding van de oproep van Oxfam Novib.
De minister-president antwoordt niet. Hij herhaalt het standpunt van het kabinet. Maar dat was al bekend. Of antwoordt hij wel? Want door een bekend standpunt te herhalen kun je, in dit geval, ook ‘nee’ zeggen. Een tiener vraagt: ‘Mag mijn vriendin blijven slapen? En de ouder antwoordt: ‘Ik heb je al eerder gezegd dat ik dat te druk vind.’ Gelukkig vraag de journalist door:
Journalist
Vindt u het verwijt terecht?
De minister-president
Ik heb gezegd wat ik net heb gezegd. Dat is ook mijn antwoord aan Oxfam Novib.
De minister-president antwoordt weer niet. Hij had kunnen zeggen dat het er hier niet om gaat of een verwijt terecht is, maar om de vraag wat de beste benadering is om zo snel mogelijk de menselijkheid terug te krijgen bij de strijdende partijen, of woorden van gelijke strekking. De journalist zegt helaas niet dat de vraag geen antwoord krijgt, maar gaat over op een ander aspect van de actie.
Journalist
Oxfam Novib roept op om brieven aan u te sturen. Zijn ze daarbij aan het goede adres?
De minister-president
Ja, ik hoop dat ze het goede adres hebben. Anders komen de brieven niet aan.
De minister-president antwoordt wéér niet, maar probeert de kwestie af te doen met een smakeloos grapje, en dat met alle beelden van verschrikking op ons netvlies. De journalist herhaalt de vraag, en weer buigt het riet verbijsterd door de kluit. Let vooral op het woordje ‘een’ voor ‘regeringsleider’:
De minister-president
Ja, als je je tot een Nederlandse regeringsleider wilt richten, dan zijn ze bij mij natuurlijk aan het goede adres.
Journalist
Heeft het zin om brieven te schrijven?
De minister-president
Ik heb u gezegd wat het Nederlandse standpunt is.
Journalist
Dus in die zin heeft het geen zin? Het beleid wijzigt niet, hoeveel brieven er ook binnenkomen?
De minister-president
Nou ja, hè, zeg nooit nooit. (cliché). En ik, nee maar, als mensen de behoefte hebben om hun geluid te laten horen aan de premier, dan moet dat gewoon kunnen. (De vraag ging niet over correspondentierecht.) Alleen, ik realiseer me wel, het is één geluid uit de samenleving. Over het kabinetsbeleid leg ik verantwoording af in de Kamer, en daarin speelt overigens de opvatting van vele Nederlanders vanzelfsprekend een rol. (Ja, het zou ook eens niet!)
Moerascommunicatie. Vragen over de actie ‘Niet uit mijn naam’ beantwoordt de premier van alle Nederlanders met een geheel eigen invulling van de woorden: ‘Niet uit mijn naam’.
1. ‘De onderwijsbegroting gaat wel ergens over’openen ▾
10 januari 2025
Confucius, wat zou u doen als u geroepen werd om een land te besturen?
De taal goed gebruiken. Als de taal niet goed gebruikt wordt, zeggen de woorden niet wat ze moeten zeggen. Dan blijven de dingen die gedaan moeten worden ongedaan.
Journalist
Mijn vraag gaat over wat we de afgelopen weken hebben zien gebeuren in de gangen van de Tweede Kamer, namelijk een oplossing zoeken voor de onderwijsbegroting. Hoe vindt u dat dat gaat?
De minister-president
Nou, laat ik eerst zeggen, de onderwijsbegroting gaat wel ergens over.
Dit is geen antwoord op de vraag. Een antwoord had kunnen zijn: “Ik zie dat de coalitiepartijen samen met oppositiepartijen enorm hun best doen om een oplossing te zoeken. Er wordt hard aan gewerkt, en naar verhouding gaat het goed.”
(vervolg) Het gaat om veel geld. Even uit mijn hoofd gezegd dacht ik zo’n 58 miljard en het gaat ook nog een keer vaak over de toekomst van onze kinderen en ook voor een deel van de toekomst van ons land.
Waarom nu beginnen over de omvang van de onderwijsbegroting? En uiteraard gaat onderwijs (vaak) over de toekomst van onze kinderen, en niet (soms?) om het verleden van ouderen. En, hoezo ‘voor een deel’ over de toekomst van het land? Wegenaanleg, defensie en wat niet al, gaan ook over de toekomst van ons land, uiteraard voor verschillende delen,
(vervolg) Dus ik snap heel goed dat de plannen van het kabinet niet meteen kunnen rekenen op steun.
Dus omdat het om veel geld gaat en om de toekomst (van onze kinderen) is het begrijpelijk dat er niet direct gerekend kan worden op steun?
Journalist
Ja, maar welke hand steekt het kabinet wat dat betreft in de eigen boezem? Het is natuurlijk geen verrassing dat er geen meerderheid in de Eerste Kamer is voor de coalitieplannen. Het geeft toch al met al een behoorlijk rommelig beeld?
Moet nu de linker of de rechter hand in eigen boezem? En waar is de journalist op uit? Een schuldige aanwijzen voor het rommelige beeld? De journalist had veel preciezer kunnen zijn: Waarom heeft het kabinet deze begroting ingediend, terwijl al bekend was dat er in de Eerste Kamer geen meerderheid voor is?
De minister-president
Ik denk dat het uiteindelijk gaat om het resultaat. En als er een begroting komt die in de Tweede Kamer ook op steun kan rekenen van de oppositie en daarmee ook op steun kan rekenen in de Eerste Kamer, denk ik dat we een begroting hebben waar dit kabinet dan ook echt mee vooruit kan. En dat is uiteindelijk het belangrijkste, het resultaat telt.
Journalist
Denkt u dat het gaat lukken?
De journalist stelt nu een andere vraag, maar er is geen antwoord gekomen op de vorige vraag, over het waarom van het indienen van een begroting die geen steun krijgt bij de Eerste Kamer. Waarom ging het gesprek niet als volgt verder?
Journalist
Waarom ontwijkt u de vraag en zegt u dat alleen het resultaat geldt?
De minister-president
Bij het opstellen van de begroting gingen wij ervan uit dat wij met argumenten ook de Eerste Kamer konden overtuigen. Pas later bleek dat dit niet het geval was. En daarom zijn wij nu zo energiek bezig om samen met de oppositiepartijen een oplossing te vinden.
Wat antwoordde de minister-president uiteindelijk op de vraag of hij denkt dat het gaat lukken?
De minister-president
Ik heb er vertrouwen in.
Hij had ook iets anders kunnen zeggen dan deze dooddoener. Bijvoorbeeld:
Wij gaan een moeilijk overlegtraject in. Maar het is in het belang van coalitie en oppositie, en dus in het belang van ons land, dat wij proberen de verschillen te overbruggen.